Mijn naam is Ernst Jan en ik begeleid al sinds 1996 reizen door Myanmar. Voor mij is Myanmar mijn tweede thuis, vooral vanwege de vele mensen die ik heb leren kennen in dit voorheen gesloten land. De bevolking is nieuwsgierig en heeft veel humor. Die spontane lach zie je hier elke dag.
Door die contacten met de lokale bevolking, ben ik het land steeds meer gaan begrijpen en ik probeer dit ook over te brengen op reizigers. Het fotogenieke land te zien is al geweldig, maar het werkelijk te beleven maakt het bijzonder.
Myanmar is zeer afwisselend: naast de talloze boeddhistische bouwwerken is er de afwisselende natuur van platteland met rijstvelden tot berggebieden en meren. De sfeer en omgeving is overal anders, maar de constante factor is de bevolking die er woont: vriendelijk en hartverwarmend. Dat maakt het voor mij het mooiste land van Azië.
Azië , 26-02-18
De traditionele kleding in Myanmar bestaat uit een longyi, een lange rok, met een bloes of shirt daarboven. Voor de heren heet zo'n rok: baso, voor de dames: thamein.
Het is belangrijk om te weten dat de patronen in de stoffen van de longyi aangeven of de rok geschikt is voor een man of voor een vrouw. Mannen kunnen kiezen uit ruitjes- en streepjesmotieven, vrouwen uit effen stoffen en batiks. En natuurlijk zijn daar uitzonderingen op.
Het dragen van zo'n longyi moet je leren. De longyi is een lap stof van zo'n twee meter lang en 80 cm breed. De uiteinden worden aan elkaar gestikt, waardoor je een soort tonnetje krijgt waar je in moet stappen. En dan knopen mannen de baso op een andere manier om hun middel, dan de vrouwen hun thamein. Het is net als met veters knopen: oefening baart kunst.
Ik raad mijn reizigers aan zo'n longyi aan te schaffen voor bezoek aan pagodes en kloosters, waar knieën en schouders bedekt dienen te zijn. De longyi is multifunctioneel: knieën bedekkend als je 'm om je middel knoopt, schouders bedekkend als je 'm als sjaal draagt. Met enige oefening kun je 'm als zwembroek knopen of als kleedhokje gebruiken. Je kunt er zelfs een schoudertas van maken.
Ik draag de baso dagelijks en kan er inmiddels mee lopen, rennen, fietsen, zwemmen en voetballen. Als beginneling lukt dit nog niet. Ik breng mijn reizigers daarom de beginselen bij om de longyi op de juiste manier te knopen en lever trucjes aan om te zorgen dat de knoop ook na 10 meter lopen nog vast blijft zitten. In het lesgeven en knopen ben ik niet de enige. De bevolking van Myanmar bemoeit zich er graag mee. Op iedere straathoek, voor elke pagode is hulp nabij. Iedereen bemoeit zich met je longyi.
Hilarisch om te zien als ik richting pagode loop voor een bezoek en kijk waar iedereen is, dat degene met een longyi omringd zijn door lokale mensen, die helpen de longyi op de juiste manier aan te krijgen. Vaak 100 meter verder staan er weer andere mensen die vinden dat het beter kan of die elkaar bewonderend aanstoten wijzend naar de longyi.
Er zijn veel reizigers die van een eerdere reis al een sarong of grote lap in bezit hebben. Ook die volstaat. Lokale mensen knikken vriendelijk en vinden het fijn dat wij als buitenlanders ons aan de kledingvoorschriften houden. Maar ja, als je als man in een batik lap uit Bali gaat lopen...... een vriendelijke glimlach als je langs loopt, maar nagewezen en uitgelachen als je voorbij bent! Beter een baso aanschaffen.